Frits is direct na het behalen van zijn LTS diploma gaan werken bij “Janszen verwarmingsketels v.o.f.”. Hij werkt hier nu alweer meer dan 25 jaar tot volle tevredenheid van hemzelf alsook van zijn baas Pol Janszen. Hij mag Pol zeggen.

Geen opvolger

Pol is dit jaar 60 jaar geworden en heeft geen opvolger. Hij wil graag dat Frits de zaak overneemt. Pol drijft de onderneming, samen met zijn vrouw Lisa, in de vorm van een vennootschap onder firma (vof). Zijn accountant heeft hem voorgerekend dat dit netto ruim euro 400 per maand voordeliger is dan de onderneming in de vorm van een besloten vennootschap (bv) uit te oefenen.

Overname

Frits wil niets liever dan de zaak van Pol overnemen. Ze bereiken snel een akkoord.
Frits treedt toe tot de onderneming. De vof bestaat nu uit drie vennoten: Frits, Pol en Lisa. Pol en Lisa willen nog 5 jaren meewerken en dan alles aan Frits verdragen.

Tegenslag

De zaken gaan minder goed dan verwacht. Een aantal grote opdrachtgevers zijn weggevallen. Tot overmaat van ramp is de vof veroordeelt tot een boete van euro 60.000 i.v.m. gemaakte fouten bij de asbestverwijdering in een groot wooncomplex.
Over deze claim maakt Frits zich geen grote zorgen daar deze ontstaan is enkele jaren voor zijn toetreding tot de vof, dus dat is vooral het probleem van Pol en Lisa. Zij waren immers de enige vennoten op het moment dat zich het asbestprobleem voorgedaan heeft.

Hoofdelijk aansprakelijk

Frits bespreekt dit met zijn accountant en tot zijn grote schrik ziet deze dit anders. Op het
moment van toetreden tot de vof is Frits mede hoofdelijk aansprakelijk geworden voor alle schulden en verplichtingen van de vof. Dus ook voor die welke ontstaan zijn voor het moment van zijn toetreden! Oeps!
Dit is iets wat veel ondernemers niet weten en onderschatten. De toetredende vennoot wordt hoofdelijk (met zijn hele privé vermogen) aansprakelijk voor de bestaande en toekomstige schulden en verplichtingen van de vof. OOK ALS DEZE IN HET VERLEDEN, DUS VOOR TOETREDING, ZIJN ONTSTAAN!

Hoe voorkom je valkuilen?

Tip 1: Steeds goed vooraf je laten adviseren, juridisch én economisch omtrent de keuze voor een ondernemingsvorm. Alle voor- en nadelen op een rijtje zetten en daarop jouw keuze baseren. De gemaakte keuze in de loop van de tijd blijven evalueren.
Tip 2: Steeds vooraf een onderzoek (laten) instellen naar de financiële positie van de onderneming en vooral naar de acute en latente verplichtingen.
Tip 3: Op het moment van toetreding tot de vof, de zittende vennoten schriftelijk laten verklaren dat zij alle hun bekende informatie omtrent verplichtingen, contracten, claims etc. met de toetreder gedeeld hebben.
Tip 4: Kies niet te snel voor een geformaliseerde samenwerkingsvorm. Stel je zelf steeds de vraag welke zaken je in een geformaliseerde samenwerkingsvorm wél kan doen welke je vanuit een samenwerking op basis van zelfstandigheid niet kan doen.

Ger Penders
Partner Euregio HabetsRoyen